28. mrt, 2018

voeding en medicatie

Een gezond eetpatroon is vooral gevarieerd. Met veel fruit, groenten en andere complexe koolhydraten zoals graan en bepaalde proteïnen zodat u alle benodigde vitaminen en mineralen binnen krijgt. Natuurlijk hoort u ook voldoende te drinken: minstens anderhalve liter water per dag. Het Voedingscentrum adviseert elke dag uit alle vakken van de bekende – en met de tijd veranderende – Schijf van Vijf te eten, en daarmee steeds te variëren. De vijf vakken tonen met wat voor soort producten en in welke hoeveelheden u uw lichaam gezond kunt houden. Voor Parkinsonpatiënten is vaak een aanpassing nodig in de verhoudingen van de verschillende voedselgroepen. Het gaat er natuurlijk om wat goed is voor ú, waar u zich prettig bij voelt en waarbij uw medicatie optimaal werkt. Raadpleeg dus een voedingsdeskundige voor een optimaal persoonlijk advies rond voeding, dieet en eventuele voedingssupplementen. Hoe vaak moet ik eten? Neem drie uitgebalanceerde maaltijden per dag, is het advies. Met eventueel twee tot drie tussendoortjes. Maar sommige mensen met Parkinson vinden het gemakkelijker om wat vaker kleinere maaltijden te nuttigen. 2. Wat is een gezond eetpatroon? Het eten van voedsel dat rijk is aan koolhydraten en suiker kan onwillekeurige bewegingen (dyskinesie) in de hand werken en verergeren. Koolhydraten heeft u echter hard nodig om uw lichaamsgewicht en energieniveau op peil te houden. Uw diëtist kan u hierover adviseren. Algemene voedingsaanbevelingen voor mensen met Parkinson zijn: • eet dagelijks ongeveer 25 tot 30 calorieën per kilo lichaamsgewicht, met extra calorieën als u last hebt van abnormale onwillekeurige bewegingen (dyskinesie) omdat u hierdoor ook meer energie verbruikt • een verhouding koolhydraten/ proteïnen van ten minste 4/1 of 5/1 • een aanbevolen dagelijkse portie proteïnen van circa 0,8 gram per kilo lichaamsgewicht. 

Gaat u levodopa gebruiken, dan heeft uw arts u ongetwijfeld verteld hoe u dit medicijn moet innemen in relatie met voedsel. Eet u een maaltijd met veel proteïnen/eiwitten op het moment dat u uw levodopa neemt, dan kan dit medicijn minder goed in de darmen worden opgenomen. Proteïnen worden afgebroken tot kleinere moleculen (aminozuren) die met levodopa (ook een aminozuur) kunnen concurreren om het transport van het spijsverteringskanaal naar de bloedstroom richting hersenen. Effectiviteit Eiwitten kunnen de opname van levodopa in het lichaam en de hersenen verstoren en daardoor de effectiviteit van het medicijn verminderen. Het zijn echter ook onmisbare voedingsstoffen. De adviezen van deskundigen verschillen op dit gebied. De ene groep beveelt aan iets minder eiwitten te eten en eiwitrijke producten gelijkmatig over de dag te verdelen, dus over drie hoofdmaaltijden en twee of drie tussendoortjes. De andere groep adviseert de normale dagelijkse hoeveelheid proteïne in één maaltijd aan het einde van de dag te nemen. De rest van uw menu moet dan bestaan uit voedingsmiddelen met weinig proteï- nen. Hieronder vallen brood en granen, groente en fruit, heldere of groentesoepen (zonder room, linzen of erwten), smeerbaar broodbeleg (honing, jam) en snoep. Geen melk, geen volle maag Neem levodopa ongeveer een half uur tot drie kwartier voor de maaltijd in. Altijd met water, een eiwitarme drank zoals limonade of met wat appelmoes. Nooit met melk of melkproducten zoals yoghurtdrank. Ook sinaasappelsap wordt afgeraden. Neem uw medicijn nooit in met een volle maag: dan duurt het langer voor het in de dunne darm terechtkomt. Goede eiwitverdeling U kunt het ‘proteïne-effect’ ook vermijden door levodopa op een nuchtere maag in te nemen (een uur voor of na een maaltijd), mits u daar niet misselijk van wordt. Dit helpt echter niet in alle gevallen, en niet elke arts zal deze verandering van eetpatroon aanbevelen. Wijzig uw eetgewoonten nooit op deze manier zonder eerst een arts of diëtist te raadplegen. Vraag uw voedingsdeskundige om een voedingsschema met een goede eiwitverdeling voor u op te stellen. Immuunsysteem Uw lichaam heeft eiwitten nodig om weefsel te repareren en het immuunsysteem op te bouwen. Bij de meeste andere Parkinsonmedicijnen gelden geen specifieke instructies rond innemen met voeding

12. mrt, 2018

wat is Parkinson

6. mrt, 2018

logopedie en Parkinson

1 Logopedie en Parkinson De logopedist is de deskundige op het gebied van spraak, taal, stem, gehoor, kauwen en slikken. Mensen met de ziekte van Parkinson kunnen in een vroeger of later stadium van de ziekte problemen krijgen op een of meerdere van deze gebieden. De meest voorkomende problemen bij parkinson doen zich voor op het gebied van de spraak. De verstaanbaarheid vermindert onder andere door een afname van de luidheid en stemkwaliteit (o.a. zachte, hese stem), een afname van de articulatiebewegingen (binnensmonds mompelen) en een toename van het spreektempo (accelereren). Daarnaast kunnen er in een later stadium problemen optreden op het gebied van kauwen, slikken en speekselcontrole. Ook een verminderde gelaatsexpressie / mimiek is mogelijk (maskergelaat). Tenslotte neemt onder invloed van een voorovergebogen houding het oogcontact af. De oorzaak van al deze problemen is het stijver worden van de spieren (rigiditeit). De belangrijkste gevolgen van bovenstaande problemen zijn dat u een verhoogde kans heeft op een sociaal isolement en ondervoeding. In deze folder wordt op alle bovengenoemde stoornissen afzonderlijk ingegaan. 2 Werkwijze van de logopedist Onderzoek Nadat u door de huisarts of neuroloog naar de logopedist bent verwezen, zal de logopedist in eerste instantie een afspraak met u maken voor een logopedisch onderzoek. Het onderzoek begint met het stellen van vragen over uw klachten (anamnese) en bestaat verder uit onderzoek naar: - kwaliteit en luidheid van de stem - kwaliteit van de articulatie - patroon en volume van de ademhaling - melodie en tempo van het spreken - mimiek - kauwen en slikken - verlies van speeksel - de mogelijkheden om uw klachten door middel van oefenen te verminderen. Afhankelijk van de resultaten van het onderzoek zal de logopedist een behandeladvies geven dat is afgestemd op uw problematiek maar ook op uw mogelijkheden en de mogelijkheden van uw partner en/of mantelzorgers (familieleden, vrienden of buren). 3 Logopedische behandeling Spreken De laatste jaren zijn er ter verbetering van het spreken twee nieuwe therapieën geïntroduceerd. Beide therapieën zijn kortdurend en intensief. In een periode van 4 tot 8 weken wordt gewerkt aan het verbeteren van de verstaanbaarheid. Daarna stopt de logopedische behandeling enkele maanden. Tijdens een afgesproken controle wordt na 4 verloop van tijd beoordeeld of uw spreken op niveau gebleven is of dat u opnieuw een korte training nodig heeft. De Lee Silverman Voice Treatment (LSVT) De LSVT is ontwikkeld in Amerika door prof. L. Ramig. Deze therapie richt zich op het vergroten van de luidheid en daarmee de verstaanbaarheid. Patiënten leren luider te spreken door intensief te oefenen op het verkrijgen van een krachtigere ademstroom en daarmee betere stembandtrilling; dus meer stemgeluid. Dat gebeurt met de instructie: “spreek luid, schreeuw het uit”. De Pitch Limiting Voice Treatment (PLVT) De PLVT is ontwikkeld door dr. B. de Swart van het UMC St Radboud en heeft als instructie: “luid en laag”. Bij deze therapie wordt geprobeerd de invloed van een te hoge spierspanning (spierstijfheid) op het spreken te verminderen en door ongewenste neveneffecten van luider spreken, zoals een verdere toename van toonhoogte en spierspanning, te beperken of te voorkomen. Omdat de partner en mantelzorgers geconfronteerd worden met de gevolgen van de spraaken slikproblemen van de parkinsonpatiënt, worden zij door de logopedist vaak bij de behandeling betrokken. Bij problemen in de thuissituatie kunnen zij hem of haar dan op de meest effectieve wijze begeleiden. Kauwen en slikken (eten en drinken) De behandeling van eet- en drinkproblemen gebeurt meestal ook individueel. De complexiteit van de problemen maken het onmogelijk om de problemen met standaardoplossingen te verminderen. De logopedist zal veelal starten met het aanleren van een goede zithouding en hoofdhouding omdat dit belangrijke voorwaarden zijn voor het verminderen van de kauw- en slikproblematiek. De duur van de therapie is over het algemeen beperkt. Voor een goede zitvoorziening en aangepast bestek, bekers, borden, enz., wordt vaak een ergotherapeut ingeschakeld. Het doel van de therapie is dat u op een veilige manier en binnen redelijke tijd voldoende voeding tot u kunt nemen. Indien er sprake is van gewichtsverlies, zult u worden doorgestuurd naar een diëtist. De diëtist kan de samenstelling en voedingswaarde van uw maaltijden aanpassen. Speekselcontrole Speekselverlies is een veel voorkomend probleem bij patiënten met de ziekte van Parkinson. De belangrijkste oorzaak van dit probleem ligt in een achteruitgang van de activiteit van de slikspieren, waardoor er bij slikken speeksel in de mond achterblijft. Een andere oorzaak is dat u minder vaak slikt, waardoor speeksel zich ophoopt en bij houdingsveranderingen uit de mond loopt. Er zijn verschillende manieren om te proberen het speekselverlies te verminderen, maar de resultaten zijn, zeker in de latere fasen van de ziekte, nog wisselend. Mogelijkheden om het speekselverlies te verminderen zijn: logopedische behandeling (vaker en efficiënter leren slikken), medicatie toedienen om de speekselproductie te reduceren of de speekselklieren injecteren met botuline toxine. Andere meer definitieve oplossingen, zoals operatief ingrijpen of bestralen, behoren tot de mogelijkheden, maar worden zelden toegepast. 5 Mimiek en gebaren De ziekte van Parkinson heeft eveneens tot gevolg dat de spieren van het gelaat verstijven. Het gevolg is dat naarmate de ziekte voortschrijdt, emoties niet meer van uw gelaat af te lezen zijn. De mimiek ondersteunt in belangrijke mate uw communicatie. Luisteraars lezen van uw gelaatsexpressie af hoe u zich voelt en kunnen eruit afleiden of uw boodschap serieus, ernstig, zakelijk of anderszins bedoeld is. Omgekeerd leidt een spreker uit uw mimiek af wat u van zijn mededeling of verhaal vindt, omdat ook luisteraars met een expressief gelaat ongemerkt gezichtsuitdrukkingen gebruiken zoals verwonderd, verbaasd of teleurgesteld kijken. Voor gebaren geldt hetzelfde. Gebaren ondersteunen uw communicatie en laten zien of u bijvoorbeeld enthousiast, ongeïnteresseerd, uitgelaten of gespannen bent. Verder wordt uw aandacht met gebaren vaak gestuurd, omdat u dingen aanwijst of bepaalde woorden accentueert. Als deze ondersteuning wegvalt, moet de luisteraar nog meer zijn best doen om u te verstaan, te begrijpen en in te schatten. Communicatie Communiceren is een complexe vaardigheid die in een hoog tempo verloopt. Verstaanbaar spreken en goed kunnen horen zijn erg belangrijk, maar er is meer. Er zijn vaak meerdere personen bij een gesprek betrokken, onderwerpen wisselen elkaar snel af en de rol van spreker en luisteraar wisselt voortdurend. In een latere fase van de ziekte kunt u problemen krijgen met het volgen en voeren van gesprekken, het snel ordenen en weergeven van uw gedachten of het verwoorden van uw mening. De problemen zijn soms wisselend in ernst of situatiegebonden. Problemen kunnen bijvoorbeeld erger worden tijdens telefoneren, in een lawaaiige omgeving, bij onverwachte situaties, tijdens snelle discussies en bij spreken in een groot gezelschap. Als er zich problemen in de communicatie voordoen zal de logopedist een analyse maken van de problemen en situaties. Met oefeningen en adviezen kan dan geprobeerd worden om deze problemen te verminderen. Communicatiehulpmiddelen Als verstaanbaar spreken onvoldoende mogelijk is, kan het gebruik van communicatiehulpmiddelen een oplossing zijn. De logopedist kan met u de mogelijkheden doorspreken. Voor deze folder zullen we ons beperken tot twee mogelijkheden die in een latere fase van de ziekte soms aanbevolen worden, namelijk de spraakversterker en de communicator. Spraakversterker Een spraakversterker is een draagbaar apparaatje bestaande uit een microfoon, een versterker en een luidspreker. Van een spraakversterker verwachten hulpverleners en patiënten veel voordeel te hebben, maar de praktijk leert dat dat vaak tegenvalt. De reden is dat een spraakversterker alleen effectief is als de te versterken spraak van goede kwaliteit is. Het probleem bij Parkinson patiënten is echter dat de spraak niet alleen te zacht is, maar ook wat klankvorming betreft beperkingen kent. Verder moet u leren omgaan met de apparatuur en zich realiseren dat alle geluiden versterkt worden. Communicator Als verstaanbaar spreken niet meer mogelijk is, kan een communicator uitkomst bieden. Hiervoor kan een klein, draagbaar apparaatje gebruikt worden (mini typemachine). Op een 6 schermpje wordt de getypte boodschap zichtbaar, maar in bepaalde versies kunt u deze door het apparaat ook uit laten spreken. Als telefoneren niet meer lukt kunt u ook denken aan het gebruik van e-mail. 4 Specialisatie binnen de logopedie De laatste jaren krijgt de diagnostiek en behandeling van Parkinson patiënten veel aandacht binnen het werkveld van de logopedie. Mede door de verbeterde behandelmogelijkheden en de oprichting van multidisciplinaire Parkinson netwerken zijn logopedisten zich gaan specialiseren in de behandeling van patiënten met de ziekte van Parkinson. U kunt een logopedist vragen of hij of zij hierin gespecialiseerd is. Gespecialiseerde logopedisten vindt u niet alleen in ziekenhuizen, maar ook in revalidatiecentra, verpleeghuizen en eigen praktijken. Indien u ernstige mobiliteitsproblemen heeft, kan de behandeling in de thuissituatie plaatsvinden. 5 Vergoeding van de logopedie Logopedie zit in het basispakket, d.w.z. dat de behandeling vergoed wordt.

5. mrt, 2018

Dopaminegebrek maakt patiënten met parkinson depressief

Dopaminegebrek maakt patiënten met parkinson depressief

 

Patiënten met de ziekte van Parkinson hebben minder dopamine in hun hersenen. Daardoor krijgen zij niet alleen last van bewegingsklachten maar hebben zij ook vaker last van depressiviteit en andere psychiatrische klachten.

Op hersenscans van parkinsonpatiënten is bovendien te zien dat een kleine amygdala, een deel van de hersenen dat zorgt voor de verwerking van emoties, gerelateerd is aan angsten die veel patiënten ervaren. Dit concludeert Chris Vriend, neurowetenschapper bij VUmc.

De ziekte van Parkinson is meer dan een bewegingsstoornis met motorische klachten. De ziekte gaat ook gepaard met angstklachten, depressiviteit en impulsiviteit. Chris Vriend heeft de neurobiologische achtergrond van deze psychische symptomen onderzocht met behulp van hersenscanonderzoek.

Biologische achtergrond verklaard 
Vriend ontdekte dat een vermindering in dopamine – door het afsterven van dopamine-producerende hersencellen – bijdraagt aan het optreden van depressie en de ontwikkeling van impulsiviteitsklachten, zoals gok- en eetverslavingen. Dopamine is een signaalstof die de communicatie tussen hersencellen kan beïnvloeden door deze te versterken of te remmen. Bij parkinsonpatiënten is dit proces verstoord. “Het afsterven van dopamine-producerende hersencellen kan direct gevolgen hebben voor de ontwikkeling van een depressie omdat andere hersencellen daardoor minder goed met elkaar kunnen communiceren.”

Overstimulatie 
Daarnaast lijkt het dopaminegebrek ook de ontwikkeling van impulsiviteitsklachten uit te lokken.“Bij sommige patiënten worden de nog overgebleven dopamine-producerende hersencellen extra gevoelig voor de effecten van dopaminemedicatie. Bepaalde hersencellen die belangrijk zijn voor beloning en motivatie worden door de medicatie overgestimuleerd, met als gevolg gok- of eetverslavingen.” Bovendien blijkt dat angstklachten van deze patiënten gerelateerd zijn aan een kleinere amygdala, een belangrijke hersenstructuur voor de verwerking van emoties.

De resultaten van dit onderzoek dragen bij aan het ontrafelen van de neurobiologische achtergrond van angst, depressie en impulsiviteit. Bovendien bieden zij handvaten voor het gebruik van hersenscanonderzoek om het risico op de ontwikkeling van deze neuropsychiatrische stoornissen in te schatten.

22. feb, 2018

PARKINSON EN SLAPEN

Parkinson en slapen

Een chronische aandoening als de ziekte van Parkinson vergt veel energie van het lichaam. Dat komt niet alleen door de symptomen zoals het beven, waarbij de spieren voortdurend aanspannen en het lichaam voortdurend in beweging is, maar ook door de extra inspanning die nodig is om de dagelijkse handelingen gewoon te kunnen uitvoeren. Alledaagse handelingen vergen meer energie bij chronisch zieken dan bij gezonde mensen.

 

Tot rust komen

Voldoende slaap, die ook diep genoeg is, draagt bij aan het behoud en opbouwen van energie voor alledaagse activiteiten. Tijdens onze slaap komt het lichaam tot rust. Hoeveel slaap we nodig hebben om uit te rusten verschilt van persoon tot persoon. Of iemand voldoende geslapen heeft, is af te leiden uit hoe die persoon zich overdag voelt, als hij actief is. Wie zich dan moe voelt, heeft mogelijk niet genoeg geslapen. Ook de conditie op peil houden door voldoende lichaamsbeweging is erg belangrijk.

Slaapproblemen bij parkinson en hun oorzaken

Slaapproblemen komen vaak voor bij mensen met parkinson. Velen kampen door een slechte nachtrust met vermoeidheid. Kleine dutjes overdag zorgen er op hun beurt voor dat doorslapen ’s nachts minder goed lukt.

Slapeloosheid kan een bijwerking zijn van de voorgeschreven parkinsongeneesmiddelen. Ook kan ze worden veroorzaakt door de parkinsonsymptomen, die een ontspannen houding in bed in de weg staan. Het aanpassen van de lichaamshouding is door de bewegingsproblemen moeilijk, wat ook weer niet bijdraagt aan een ontspannen nachtrust.

Soms worden mensen vaker wakker doordat ze naar het toilet moeten. Soms slapen mensen met de ziekte van Parkinson vooral onrustig in de fase van het dromen (REM-slaap). Dit worden REM-slaapstoornissen genoemd. Mensen praten of schreeuwen in hun slaap of slaan wild om zich heen. Later kunnen ze zich daar vaak niets van herinneren. Maar het kan de patiënt of de partner wel blauwe plekken bezorgen.

Wat kunt u doen?

Bespreek de klachten tijdig met uw parkinsonverpleegkundige of neuroloog. Dan kan er naar een oplossing worden gezocht voordat de klachten chronisch zijn.

Een oplossing kan een aanpassing in de medicijnen zijn, slaaptraining of fysiotherapie. Voor de problemen met bewegen in bed kunnen hulpmiddelen geadviseerd worden. De fysiotherapeut kan samen met de patiënt het bewegen en gebruik van de hulpmiddelen oefenen.

 

Tips om beter te slapen

  • Het is niet verstandig om overdag veel te slapen. Het middagdutje mag niet te lang duren om te voorkomen dat mensen ’s nachts niet kunnen slapen. Als mensen overdag genoeg te doen hebben, zijn ze ’s avonds moe. Dan lukt het vaak beter om in slaap te vallen.
  • Ontspanningsoefeningen kunnen helpen om in slaap te vallen.
  • De kamer goed luchten draagt bij aan betere nachtrust.
  • Satijnen lakens en gladde pyjama’s helpen bij makkelijk bewegen. Veel mensen vinden een dekbed in plaats van dekens prettig.
  • Middeltjes uit grootmoeders tijd, zoals warme melk en rustgevende thee voor het slapen gaan, kunnen helpen ontspannen. Inslapen lukt dan beter. Dranken als koffie en zwarte thee zijn juist niet geschikt, omdat ze opwekkend zijn.
 
 
 
 

Tips om makkelijker in en uit bed te komen

  • Een flexibele draaischijf kan de bewegingen van het draaien vergemakkelijken. Hierdoor kost het draaien in en uit bed minder moeite.
  • Een ander hulpmiddel kan bijv. een beugel zijn of een pakpaal die voor een steunpunt zorgt bij het draaien in en bed en het uit bed stappen.
  • Wanneer het in en uit bed komen niet meer lukt met hulpmiddelen als een bedladdertje, papegaai, bedsteun of beugels kan de ergotherapeut een sta-op bed voor u aanvragen. Dit is een bed die u vanuit ligpositie tot zitten en vervolgens tot staan helpt.
  • Soms kan het een tip zijn om een gekleurde sticker op de bedrand te plakken zodat mensen precies weten waar ze in bed moeten gaan zitten zodat ze niet te hoog of te laag in bed komen te liggen.
  • Een andere manier van in bed gaan kan ook helpen. Soms werkt het beter om eerst op handen en knieën in bed te gaan en dan om te rollen omdat dan de benen makkelijker in bed te krijgen zijn.