20. feb, 2018

Eiwitlevels gerelateerd aan parkinsonsymptomen

Eiwitlevels gerelateerd aan parkinsonsymptomen

Door Werkgroep Wetenschapsnieuws

Gepubliceerd: 20-02-2018

De ziekte van Parkinson kan zich verschillend uiten per patiënt, met ieder zijn/haar eigen symptomen en ernst. Tot voor kort was er nog geen biologische verklaring voor deze verscheidenheid tussen patiënten. Maar een onderzoeksgroep aan Colombia University heeft gevonden dat het eiwitgehaltes in de ruggenmergvloeistof gekoppeld zijn aan specifieke parkinsonsymptomen. Bij dit onderzoek waren 120 matig gevorderde parkinsonpatiënten en 100 gezonde vrijwilligers betrokken. Verschillende biologische stoffen werden gemeten op twee tijdstippen over twee weken.

Alfa-synucleïne

Eén van deze markers was alfa-synucleïne. Dit is het bekende eiwit dat zich ophoopt in cellen en hiermee parkinson kan veroorzaken. Wat bleek, patiënten die meer problemen hadden met stabiliteit en lopen hadden een lager alfa-synucleïne level in de ruggenmergvloeistof, in vergelijking met patiënten die meer last hadden van tremor. Levels in bloed en in speeksel verschilden niet tussen parkinsonpatiënten en gezonde vrijwilligers.

Beta-amyloïde

Een andere marker die onderzocht werd is beta-amyloïde. Dit eiwit stapelt zich bij patiënten met de ziekte van Alzheimer. Parkinsonpatiënten hadden een lager beta-amyloïde level in de ruggenmergvloeistof in vergelijking met de controle groep van gezonde vrijwilligers.

Diagnostische test

Dit zijn belangrijke inzichten voor het vinden van een toegankelijke diagnostische test om de ziekte te kunnen volgen. Verder leveren deze resultaten een belangrijke bijdrage aan het begrijpen van de biologie achter de ziekte van Parkinson, en aan de medicijnontwikkeling. De volgende stap is om de resultaten van dit onderzoek te controleren in een grotere groep van 1.500 parkinsonpatiënten, mensen met risicofactoren, en gezonde vrijwilligers.

Bron: www.michaeljfox.org/mobile/news-detail.php?protein-levels-linked-to-parkinson-gait-difficulty-and-cognitive-problems&os_cid=fb-a1b36000005U5oP

7. feb, 2018

tekort aan vitamine B12

Een tekort aan vitamine B12 kan ontstaan door langer gebruik van hoge doseringen levodopa. Een tekort aan vitamine B12 kan onder andere een neuropathie (aantasting van de zenuwen in armen en benen) veroorzaken, waardoor het lopen kan verslechteren door een verminderde balans. Een tekort aan vitamine B12 kan ook leiden tot vermoeidheid op basis van bloedarmoede. 
Daarom is bij patiënten die meer dan 1000 mg levodopa gebruiken controle op hun vitamine B-status aan te bevelen, vooral als er klachten zijn over vermoeidheid, een veranderd gevoel in armen en benen en/of een verminderde balans

3. feb, 2018

Ziekte van Parkinson en psychiatrische symptomen

Ziekte van Parkinson en psychiatrische symptomen

De ziekte van Parkinson is een neurologische bewegingsstoornis die bekend staat om de typische kernsymptomen beven, traagheid, stijfheid en balansstoornissen. Wat minder bekend is, is dat de ziekte van Parkinson vaak gepaard gaat met andere klachten, zoals autonome functiestoornissen (bijvoorbeeld obstipatie, incontinentie en seksuele functiestoornissen), cognitieve stoornissen (problemen met het geheugen en het denken) en psychiatrische klachten. Meer nog dan de motorische klachten, zorgen deze psychiatrische klachten voor sterk verminderde kwaliteit van leven van zowel de patiënt als zijn of haar partner en andere dierbaren.

De ziekte van Parkinson is een neurodegeneratieve aandoening, wat betekent dat de hersenen in de loop van de tijd steeds sterker door de ziekte worden aangedaan. De motorische symptomen bij de ziekte van Parkinison worden veroorzaakt doordat de dopamine-producerende cellen in de substantia nigra (of ’zwarte stof’) teloorgaan. Daarnaast worden in de loop van het ziekteproces andere delen van de hersenen aangedaan, waardoor ook andere problemen kunnen ontstaan. De ziekte heeft zijn naam te danken aan de Britse arts James Parkinson, die de ziekte onder de naam ‘Shaking Palsy’ voor het eerst beschreef in 1817.

De ziekte van Parkinson is een van de meest voorkomende chronische hersenaandoeningen en treft ongeveer 1 op de 1.000 mensen. Op dit moment zijn er in Nederland ongeveer 50.000 patiënten met de ziekte van Parkinson, een aantal dat met de toenemende vergrijzing in 2015 zal zijn gestegen tot 70.000.

Bij de ziekte van Parkinson treden bij een groot deel van de patiënten vroeger of later eveneens psychiatrische symptomen op, zoals angstklachten, depressieve klachten, ontremming, of psychotische belevingen (zoals hallucinaties en achterdocht). Veel van deze symptomen zijn goed te behandelen. Herkenning van de symptomen en goede behandeling kan daarom zeker leiden tot verbetering van de kwaliteit van leven.

Vanwege de complexiteit van het ziektebeeld en de diversiteit aan klachten die bij de ziekte van Parkinson kunnen ontstaan, is een integrale behandeling nodig, waarbij diverse medische en paramedische disciplines betrokken worden. Daarbij is het van belang dat niet iedere specialist vanuit zijn of haar eigen ‘beperkte’ blik over de symptomen oordeelt, maar dat de betrokken disciplines in de zorg zij aan zij werken en middels gezamenlijk gedragen beleid de patiënt adviseren en behandelen.

Angststoornissen
De ziekte van Parkinson kan gepaard gaan met angstklachten. Zorgen over de toekomst zijn een veelvoorkomend verschijnsel. Daarnaast ervaren sommige patiënten angst bij het uitwerken van de Parkinsonmedicatie. Het meest opvallende van angstklachten bij de ziekte van Parkinson, is dat veel patiënten de angst niet als zodanig herkennen bij zichzelf en met name de lichamelijke symptomen van angst en spanning beschrijven. Uitleg over de interactie tussen ‘lichaam en geest’ zijn daarbij vaak verhelderend en maken dat de angstklachten herkend en behandeld kunnen worden.

Sommige patiënten ontwikkelen een angststoornis, zoals een paniekstoornis (gekenmerkt door gevoelens van paniek met bijpassende lichamelijke sensaties en vermijding) of een gegeneraliseerde angststoornis (waarbij overmatige angst en zorgen op de voorgrond staan). Soms gaat een angststoornis gepaard met een depressie. De klachten kunnen de patiënt sterk belemmeren in zijn of haar dagelijks functioneren en de kwaliteit van leven verminderen. 
Gelukkig kan behandeling, in de vorm van coping-training, gesprekstherapie (bijvoorbeeld cognitieve gedragstherapie) of medicatie, tot vermindering van de klachten leiden. Bij sommige patiënten kan een aanpassing van de Parkinsonmedicatie tot vermindering van de klachten leiden.

Op dit moment worden nieuwe multidisciplinaire behandelvorm ontwikkeld voor wearing-off gerelateerde angstklachten, waarbij verschillende elementen uit de fysiotherapie, yoga en psychotherapie worden gecombineerd. Dit initiatief gebeurt in nauwe samenwerking tussen de afdelingen revalidatiegeneeskunde/fysiotherapie, medische psychologie en psychiatrie.

Stemmingsstoornissen
In het beloop van de ziekte van Parkinson kan een verandering van de stemming optreden. Dit kan variëren van een sombere stemming (depressie) tot een verhoogde stemming (hypomanie of manie).

  • Depressie
    Bij 40 - 50% van de patiënten met de ziekte van Parkinson komen depressieve symptomen voor gedurende het beloop van de ziekte. Een depressie kenmerkt zich door sombere gevoelens en gedachten, interesseverlies en verminderd plezier. Soms treden hierbij energieverlies, slaapproblemen, een verminderde of toegenomen eetlust, concentratieproblemen en doodsgedachten op. 
    Depressieve klachten bij de ziekte van Parkinson kunnen veroorzaakt worden door de volgende factoren: het hebben van een chronische ziekte, het ervaren van beperkingen ten gevolge van de ziekte, aantasting van hersenstructuren die invloed hebben op de stemming, en verminderde ‘drive’ of motivatie door een onvoldoende hoge dosering van de Parkisonmedicatie. Behandeling kan bestaan uit het aanpassen van de dopaminerge medicatie, gesprekstherapie of antidepressieve medicatie. Daarnaast wordt momenteel onderzoek gedaan naar het effect van lichttherapie op depressieve klachten bij patiënten met de ziekte van Parkinson.
  • Manie en hypomanie
    Een manie of hypomanie wordt gekenmerkt door een verhoogde of prikkelbare stemming met daarbij een toegenomen zelfvertrouwen, energie, spraakzaamheid en activiteit, afgenomen behoefte aan slaap, snellere gedachten en/of verhoogde afleidbaarheid. Bij een hypomanie is er sprake van mildere symptomen, terwijl een manie tot problemen in het dagelijks functioneren leidt. (Hypo)manische symptomen zijn zeldzaam bij de ziekte van Parkinson, maar in ernstige gevallen kunnen gedragsproblemen zoals ontremming, roekeloos gedrag of agressie ontstaan.

Slaapstoornissen
Slaapproblemen komen bij 70 – 90% van de patiënten met de ziekte van Parkinson voor. De slaapstoornissen variëren van problemen met in- en doorslapen en onrustig slapen tot overmatige slaperigheid overdag. De klachten leiden tot oververmoeidheid en kunnen het dagelijks functioneren negatief beïnvloeden.
De problemen kunnen veroorzaakt worden door de motorische symptomen van de ziekte van Parkinson, bijvoorbeeld doordat stijfheid het draaien ’s nachts bemoeilijkt. Ook hebben patiënten met de ziekte van Parkinson een verhoogde kans op aandoening zoals het restless legs syndrome, periodic limb movement disorder en acathisie, die allen een motorische onrust veroorzaken en zo de slaap verstoren. 
Bij veel patiënten met de ziekte van Parkison is daarnaast de biologische klok, die het slaap-waak ritme handhaaft, verstoord Het ritme verschuift hierbij naar voren, zodat patiënten in de middag slaperig beginnen te worden, en midden in de nacht of vroeg in ochtend wakker worden en niet goed meer in kunnen slapen. Daarnaast kan de slaap bij een verstoring van de biologische klok gefragmenteerd raken, met veelvuldig ontwaken ’s nachts en een kwalitatief slechte slaap. 
De REM sleep behavior disorder en Excessive Daytime Sleepiness zijn veelvoorkomende slaapstoornissen bij de ziekte van Parkinson en worden derhalve hieronder verder toegelicht.

  • REM sleep behavior disorder
    REM staat voor Rapid Eye Movement of ‘snelle oogbewegingen’. Met de REM-slaap, ook wel droomslaap genoemd, wordt dus de fase van de slaap bedoeld waarin de slaper snelle oogbewegingen vertoont. In deze fase treden vaak dromen op. Normaal gesproken zijn de spieren tijdens de REM-slaap tijdelijk ‘verlamd’, waardoor iemand niet of nauwelijks beweegt tijdens het dromen. 
    De term REM slaap behaviour disorder (afgekort als RBD) staat voor ‘REM-slaap gedragsstoornis’. Bij deze stoornis vindt de normale verlamming tijdens de REM-slaap niet plaats. Hierdoor vertoont de slaper bewegingen die passen bij de droom die hij of zij op dat moment heeft. In het geval van bijvoorbeeld een droom waarin een vechtpartij plaatsvindt, zal de slaper dus om zich heen gaan slaan. Zo kan hij of zij ongewild zichzelf of de bedpartner bezeren. Daarnaast wordt de kwaliteit van slaap hierdoor minder, en is de patiënt de volgende dag minder goed uitgerust dan normaal.
  • Excessive Daytime Sleepiness
    Met Excessive Daytime Sleepiness (EDS) wordt overmatige slaperigheid gedurende de dag bedoeld. Hierbij is vaak sprake van een verlaagd energieniveau. Sommige patiënten met EDS slapen veel gedurende de dag. In sommige gevallen wordt de patiënt overdag plots overvallen door een hevige slaperigheid, waardoor hij of zij in slaap valt in gevaarlijke situaties, bijvoorbeeld in het verkeer. 
    Overmatige slaperigheid kan vele oorzaken hebben, zoals een verstoorde nachtrust, maar lijken ook deels veroorzaakt te worden door de hersenveranderingen die optreden bij de ziekte van Parkinson.  

Cognitieve problemen en dementie
Met cognitieve functies worden de verschillende functies van het denken, informatieverwerking en het geheugen bedoeld. Bij de ziekte van Parkinson kunnen in verschillende stadia van de ziekte problemen in het cognitief functioneren voorkomen. 
Cognitieve problemen bij de ziekte van Parkinson beginnen vaak met een traagheid in de informatieverwerking, die in het dagelijks handelen nauwelijks merkbaar hoeft te zijn. Daarnaast kunnen er problemen ontstaan met de ‘executieve functies’, waaronder plannen, aandacht, probleemoplossend vermogen, multi-tasken en het afremmen of juist opstarten van acties. 
Ook kan de mentale flexibiliteit afnemen, het vermogen om te improviseren of handelen bij onverwachte gebeurtenissen. Ten slotte zie je bij patiënten met de ziekte van Parkinson vaak een verstoring van het opslaan en verwerken van visueel-ruimtelijke informatie. 
Indien er geheugenproblemen optreden, zijn dit vaak meer problemen met het ophalen van herinneringen, terwijl het opslaan van nieuwe informatie minder verstoord is. 
Het cognitief functioneren kan onderzocht worden met een Neuropsychologisch Onderzoek (NPO). Indien er bij een NPO afwijkingen van het cognitief functioneren gevonden worden kan men spreken van een cognitieve stoornis. Bij ernstige cognitieve problemen spreekt men van een Parkinsondementie. 
De cognitieve achteruitgang vormt een onderdeel van de latere fase van de ziekte van Parkinson en kan vooralsnog niet voorkómen worden. Wel kan in sommige gevallen behandeling met medicatie dit proces mogelijk vertragen en het ermee gepaard gaande risico op verwardheid verminderen.

Hallucinaties en wanen, psychose en delier
Psychotische verschijnselen, zoals hallucinaties (het waarnemen van dingen die er niet echt zijn) en wanen (bijvoorbeeld achterdocht), kunnen gedurende het beloop van de ziekte van Parkinson voorkomen. 
Mogelijke oorzaken zijn neurodegeneratieve veranderingen in de hersenen bij patiënten met de ziekte van Parkinson, gebruik van dopaminerge medicatie, en cognitieve achteruitgang. Daarnaast kunnen psychotische verschijnselen optreden in het kader van een delier, wanneer er bijvoorbeeld sprake is van een infectie of verstoringen in het bloed, een ziekenhuisopname, na een operatie, of als reactie op bepaalde medicamenten. Vaak er is sprake van een combinatie van factoren.
Voor de behandeling wordt een onderscheid gemaakt tussen benigne (of ‘goedaardige’) hallucinaties en een psychose die gepaard gaat met angst of ernstige onrust. Bij benigne hallucinaties is er vaak sprake van het zien van bijvoorbeeld dieren, schaduwen of mensen, waarbij de persoon zelf weet dat het niet echt is. De hallucinaties zijn dan niet beangstigend. Bij een psychose hebben de hallucinaties een groot realiteitskarakter of zijn wél beangstigend voor de patiënt. Daarnaast kunnen bij een psychose achterdochtige waanideeën ontstaan, zoals bijvoorbeeld de overtuiging vergiftigd of bespioneerd te worden. Aanpassing van de medicatie, behandeling van onderliggende lichamelijke processen of het starten van antipsychotische medicatie kan de psychotische klachten snel doen verminderen of laten verdwijnen.

Impulscontrolestoornissen
Volgens de wetenschappelijke literatuur komen impulscontrolestoornissen voor bij zeker 6 – 7% van de patiënten met de ziekte van Parkinson. In werkelijkheid komen deze waarschijnlijk nog veel meer voor (schatting 35%). Er bestaat echter vaak een grote drempel bij de patiënt of diens partner om bij de arts aan te geven dat er sprake is van dergelijke problemen. Er zijn diverse impulscontrolestoornissen bekend bij de ziekte van Parkinson:

  • Hyperseksualiteit
    Hyperseksualiteit is een verhoogde behoefte aan seksuele prikkeling en activiteit. Dit kan zich uiten in meer masturberen en een toegenomen seksueel contact, maar ook in herhaaldelijk aandringen op seksueel contact met de partner, het bezoeken van pornosites of bellen van sekslijnen. Hyperseksualiteit kan ook bestaan als er sprake is van seksuele functiestoornissen, zoals erectie- of ejaculatieproblemen. Hyperseksualiteit leidt vaak tot wrijving of problemen binnen de relatie met de partner.
  • Compulsief kopen
    Bij compulsief kopen bestaat er een toegenomen drang om spullen te kopen, die in ernstige gevallen tot financiële schulden kan leiden.
  • Pathologisch gokken
    Pathologisch gokken betreft een moeilijk bedwingbare aandrang tot gokken, die in ernstige gevallen (en met name bij late (h)erkenning) tot grote financiële problemen kan leiden.
  • Binge eating
    ‘Binge eating’ is het hebben van ‘vreetbuien’, waarbij zeer grote hoeveelheden voedsel in één keer gegeten worden.
  • Compulsief internet gebruik
    Bij compulsief internetgebruik maakt de patiënt overmatig gebruik van internet en zit bijvoorbeeld tot diep in de nacht achter de computer websites te bezoeken of spelletjes te doen.
  • Punding
    Bij punding heeft de patiënt een overmatige interesse in bepaalde onderwerpen, waarbij bepaalde handelingen herhaaldelijk worden uitgevoerd. Deze handelingen zijn onproductief en leiden vaak tot wanorde of materiële schade. Voorbeelden van punding zijn het verzamelen van voorwerpen, het herhaaldelijk in en uit elkaar schroeven van apparaten en het eindeloos sorteren van voorwerpen of papieren. Punding komt met name veel voor bij patiënten die al langdurig de ziekte van Parkinson hebben en matige tot enstige cognitieve problemen ondervinden.
  • Dopamine afhankelijkheid syndroom
    Het dopamine afhankelijkheidssyndroom wordt ook wel het dopaminedysregulatiesyndroom genoemd. Het wordt gekenmerkt door een ‘dopamineverslaving’: een toegenomen behoefte aan dopaminerge medicatie, die vaak gepaard gaat met tot overmatig gebruik van deze middelen. Dit kan tot een toename van overtollige bewegingen en motorische rusteloosheid leiden. Niet zelden gaat het dopamine afhankelijkheidssyndroom gepaard met gedragsproblemen zoals agressie of ontremming.

Omdat is gebleken dat gebruik van medicatie een rol kan spelen in het ontstaan van deze stoornissen, is aanpassing van de medicatie door de neuroloog soms noodzakelijk. Daarnaast kunnen uitleg aan patiënt en diens omgeving, een gedragsmatige aanpak of het starten van andere medicatie de impulscontrolestoornis beter hanteerbaar maken. Daarnaast kunnen partner-relatiegesprekken helpen de balans terug te vinden.

Apathie
De term apathie staat voor een verlies aan motivatie, met als gevolg een afname aan doelgericht denken en doelgerichte activiteit, en afgenomen emotionele betrokkenheid. Apathie kan voorkomen in het kader van een andere aandoening, zoals een depressie of dementie, maar kan ook als een losstaand probleem voorkomen. Apathie gaat gepaard met een verminderd functioneren en een afgenomen kwaliteit van leven. Maar ook de directe omgeving kan erg veel last hebben van de apathie van de patiënt. Er speelt vaak veel onbegrip en frustratie, en apathie leidt niet zelden tot relatieproblemen.

20. jan, 2018

zeven miljoen mensen met Parkinson

De ziekte van Parkinson is met wereldwijd meer dan zeven miljoen gediagnostiseerden de meest voorkomende neurodegeneratieve ziekte na Alzheimer. De aandoening veroorzaakt spiertrillingen, stijfheid en in een later stadium dementie.

Nu hebben onderzoekers aan de University of Cambridge ontdekt wat bepaalde proteïnen in het brein toxisch maakt, waardoor hersencellen uiteindelijk afsterven. Dankzij geavanceerde optische technologie konden ze het proces op nanoschaal observeren en concludeerden de onderzoekers dat diezelfde proteïnen ook wel eens de behandeling zouden kunnen vormen.

Hoop op behandeling
Met de ontdekking hoopt hoofd van het onderzoek Dorothea Pinotsi dat er vooruitgang kan worden geboekt in het onderzoek naar een behandeling voor de ziekte. "Dankzij de nieuwe technologie zien we details die we voordien nooit zagen. Misschien kunnen we dit toxisch effect wel counteren in een vroeg stadium," zegt ze in de Griekse krant Proto Thema.

Liesbeth Aerts, onderzoeker aan de School of Psychiatry in Sydney, nuanceert: "Dankzij de studie kunnen we het dynamische proces van het samenklonteren van het bewuste eiwit, alpha-synucleine, erg goed bestuderen. Maar is daarmee de oorzaak van Parkinson ontdekt? Helaas, het antwoord is nee. Het eiwit werd al meer dan 15 jaar geleden in verband gebracht met de ziekte van Parkinson."

Optimisme
"Willen we echt de oorzaak van Parkinson vinden, dan moeten we ook een antwoord vinden op een aantal vragen," stelt Aerts. "Hoe kan dit hele proces spontaan beginnen? Waarom gebeurt het in bepaalde hersencellen (bij Parkinson sterven eerst en vooral de cellen af die instaan voor de controle van onze bewegingen; bij de ziekte van Alzheimer is het ons geheugen dat eerst wordt aangetast)? Hoe richten bepaalde vormen van samenklittend alpha synucleine schade aan in de cel?"

"Toch zijn deze resultaten een belangrijke stap vooruit. Ze helpen ons beter begrijpen hoe het samenklonteren gebeurt en welke tussenvormen toxisch zijn, dit is belangrijk met het oog op het ontwikkelen van therapieën om het ziekteproces te stoppen."

De studie werd gepubliceerd in Proceedings of the National Academy of Sciences

9. jan, 2018

De geschiedenis van MPTP als model voor de Ziekte van Parkinson Door: Werkgroep Wetenschapsnieuws

De geschiedenis van MPTP als model voor de Ziekte van Parkinson

Door: Werkgroep Wetenschapsnieuws


In 1982 werd Dr. Bill Langston, neuroloog, verzocht een bijzondere patiënt te onderzoeken. De patiënt was duidelijk wakker maar vertoonde geen of hoogstens onvrijwillige bewegingen. De artsen van de neurologie-afdeling en die van de psychiatrische afdeling konden het niet met elkaar eens worden over de diagnose. De neurologen dachten aan een psychiatrische kwaal, de psychiaters dachten aan een neurologische oorzaak. De voorlopig gestelde diagnose was catatonische schizofrenie (niet kunnen bewegen door psychisch trauma). Dr. Langston had ervaring met patiënten met catatonische schizofrenie en kon daarom vaststellen dat bij deze patiënt de rigiditeit meer op de ZvP wees. Met behulp van de media ontdekten ze al snel zes vergelijkbare gevallen. Deze hadden gemeenschappelijk dat ze allen eenzelfde nieuwe heroïnevariant hadden gebruikt. Deze heroïne bleek uit MPTP te bestaan in plaats van MPPP. De symptomen van deze patiënten leken sterk op die van de ZvP en toedienen van L-dopa leidde direct tot veranderingen zoals bij de ZvP. 

Nieuw onderzoeksmodel

                                                                                                                                                                Voor de ZvP betekende dit een nieuw onderzoeksmodel.Voor het eerst kon de ZvP chemisch worden opgewekt! Hieruit kwam de vraag naar voren hoe en waar MPTP werkte. MPTP bleek zelf helemaal niet toxisch te zijn. In de hersenen wordt MPTP echter omgezet in het wel toxische MPP+  met als locatie de astrocyten. Astrocyten zijn de stervormige, vertakte steuncellen tussen de bloedvaten en neuronen. Daaruit kwamen weer nieuwe vragen naar voren:

  • Waarom worden de astrocyten zelf niet gedood? 
  • Waarom worden dopamine geactiveerde neuronen zo selectief slachtoffer? 
  • Welke stoffen werken beschermend? 
  • Via welke mechanismen? 

Een reeks aan onderzoeken heeft sindsdien plaatsgevonden om de gerelateerde biochemische processen te ontrafelen. Eenmaal opgenomen door neuronen is de stof MPP+ in hoge concentratie aangetroffen in de mitochondria met als gevolg een tekort aan energie en de vorming van vrije radicalen. Er is veel klinische onderzoek gedaan naar medicamenten om de bescherming van de mitochondriën te verbeteren. Sinds de ontdekking van de werking van MPTP tot en met 2006 zijn meer dan 500 stoffen of methoden beschreven die de toxiciteit van MPTP zouden kunnen verminderen of voorkomen.   

Stoffen uit de omgeving

Ondanks het MPTP-model blijft het moeilijk volledig correct onderzoek te doen. Veel medicijnen werken als vertragend op de ziekte wat langdurige volgen van proefpersonen vereist om uit te vinden of beschermde werking blijvend is. Ook kan een medicijn de ziekte zelf veranderen. Het MPTP-Model suggereert dat de ZvP veroorzaakt wordt door stoffen uit de omgeving. Inzake pesticiden is een verband aangetoond. 

Genetica

Vanaf de negentiger jaren neemt ook de interesse in de genetica weer toe door de ontdekking van een genetische afwijking bij een vorm van Lewy Body parkinsonisme (een gemuteerd eiwit, het alfa-synnucleine). Sindsdien is het eiwit alfa-synucleïne een belangrijk therapeutisch onderzoeksgebied geworden. De gevonden mechanismen zijn recent ook onderzocht met PET scans en bevestigd.

Een nieuwe benadering om ziekten te modelleren is modelfusion. Deze benadering combineert bijvoorbeeld genetische modellen bij muizen met het MPTP model onder het adagium  “genetics load the gun, but environment pulls the trigger”.

Bron:

The MPTP story, J. William Langston, Journal of Parkinsons Dis. 2017; 7(suppl 1): S11-S22

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC5345642/